FEBRUARI 20124 Heerhugowaard | Cool
try out 072 - 534 76 62
8 & 9 Amsterdam | Schouwburg
première 020 - 624 23 11
11 Utrecht | Stadsschouwburg 030 - 230 20 23
17 & 18 Haarlem | Toneelschuur 058 - 233 02 33
25 Breda | Chassé 076 - 530 31 32
MAART 20121 & 2 Den Haag | Theater a/h Spui 070 - 346 52 72
22 Arnhem | Schouwburg 026 - 443 73 43
29 Gent | NTGent Schouwburg +32 (0)9 225 01 01
31 Rotterdam | Rotterdamse Schouwburg 010 - 411 81 10
APRIL 201213 Groningen | Stadsschouwburg 050 - 368 03 68
17 Delft | Theater de Veste 015 - 212 13 12
19 Hoorn | Schouwburg Het Park 022 - 929 10 00
23 Maastricht | Theater a/h Vrijthof 043 - 350 55 55
25 Eindhoven | Parktheater 040 - 211 11 22
27 Leiden | Leidse Schouwburg 0900 - 90 01 705
(0,25 cpm)
DE PERS OVER FLOW MY TEARS
De troost van een renaissance-indiaan, Trouw, 10 februari 2012
'De muziekvoorstelling Flow my tears van het Leidse muziektheatergezelschap Veenfabriek is veel eerder een theatraal concert dan een voorstelling in de traditionele zin van het woord. Toch schept het gegeven van het amateur-musicerende indianenechtpaar een mooi, geestig en ook ontroerend theatraal kader voor de renaissance-liederen die de groep ten gehore brengt.'
Wonderlijk indianenverhaal (***), NRC Handelsblad, 9 februari 2012
'De zangrol van Willems en de muziek, uitgevoerd door leden van Ask|Schönberg, is prachtig; blokfluit, cello, piano en klavecimbel zorgen voor een statig basso continuo bij de bariton van Willems en de lichtere, wat ijle toneelstem van Marleen Scholten. [...] Aangrijpend in melancholieke verstilling klinkt de titelsong Flow my tears.’
De mens als dolende krijger bij de Veenfabriek (***), De Volkskrant, 11 februari 2012
'Tot de mooie momenten die regisseur Paul Koek smeedt, behoort het Plorate van Giacomo Carissimi, een treurzang die a capella opklinkt uit brekelijke kelen. [...] En met haar meisjesstem kleurt actrice Marleen Scholten uitstekend bij Jeroen Willems, de wannabe-indiaan die naar believen schakelt tussen dromerige tenor en raspende bas.'
Mooi gezongen en absurde humor, maar geen samenhang (***), Parool, 9 februari 2012
‘Mooi gezongen en absurde humor...’ [...] Paul Koek weeft (...) op onnavolgbare wijze renaissancemuziek, electronica, Jeroen Willems, poëzie en verentooien door elkaar...
Dowland bij de indianen (****), Theaterkrant.nl, 9 februari 2012
'Flow my tears speelt met enorme contrasten en laveert tussen de eenvoudige sereniteit van de muziek, de beladenheid van de teksten, de theatraliteit van de personages en het stille commentaar. [...] Jeroen Willems imponeert, ook als hij onverstaanbaar wauwelt in zijn dronken indianentaal.' Lees de recensie hier
Flow my tears is een merkwaardige voorstelling met een glansrol voor Marleen Scholten, Cultuurpers, 9 februari 2012
'Kortom: er is de mooie muziek van Dowland, prima uitgevoerd door ervaren musici en mooi gezongen. Van Jeroen Willems was al bekend dat hij behalve een formidabel acteur ook een uitstekende zanger is (bijvoorbeeld van zijn concert met repertoire van Jacques Brel), maar Marleen Scholten doet niet voor hem onder. Zij is echt de verrassing van de avond.' Lees de recensie hier
Cobra.be, 4 april 2012
'Hoe rijm je de muziek van de zestiende eeuwse componist John Dowland, met Indianen, een liefdesverhaal en een Nederlandse vlag? Niet zonder enige moeite, zo blijkt na het zien van ‘Flow my tears’, een theaterconcert met klasbakken Jeroen Willems en Marleen Scholten op de scène.' Lees de recensie hier
Annelies Verbeke (1976) schreef de romans SLAAP! (2003), REUS (2006) en VISSEN REDDEN (2009), de verhalenbundel GROENER GRAS (2007) en de journalistieke bundel WAKKER. Haar werk won een aantal prijzen, werd vaak genomineerd en verschijnt in 22 talen. Verbeke is tweewekelijks columniste voor NRC Handelsblad en levert ook bijdragen aan andere kranten en tijdschriften. Verder was ze de co-writer van het filmscenario voor SWOONI (2011) van Kaat Beels. De laatste jaren was ze heel actief binnen het theater. Samen met collega Yves Petry schreef ze ‘Liefde bij wijze van spreken’, een onderdeel van de voorstelling STUKKEN (2009) van tgStan. Voor Wunderbaum schreef ze RAIL GOURMET (2010), een stuk dat werd geselecteerd voor het Theaterfestival 2010. Voor SKaGeN en het Octopus Solistenkoor schreef ze de tekst van ALMSCHI! (2010). Meer info op:
www.anneliesverbeke.com
Jeroen Willems (1962) studeerde aan de Toneelacademie Maastricht. Na zijn afstuderen speelt hij al snel voor Theatergroep Hollandia in Boeren Sterven, gevolgd door o.a. Lulu, Perzen, Industrieproject 1: KLM Cargo, De val van de goden en het veelvuldig bekroonde Twee stemmen. Hij werkt regelmatig met regisseur Johan Simons voor ZTHollandia, maar ook voor Het Nationale Toneel, De Tijd en theatergroep Oostpool. Ook was hij te zien in vele film- en televisieproducties, waaronder Bij nader inzien, Wij Alexander, Zaanse Nachten, Bij ons in de Jordaan en Nynke (beste acteurnominatie Gouden Kalf). Jeroen regisseert sinds 1997 ook zelf: bij ZT Hollandia Circus Shakespeare (met Paul Koek) en Lange Lies Lange Jan. In 2004 ontving hij de Louis d’Or voor zijn rol in La Musica Twee én in Brel, een zoete oorlog. Vanaf 2006 zingt hij in Orfeo, naar Monteverdi van de Veenfabriek.
Hij speelde in vele film- en televisieproducties, waaronder Wij Alexander (1998), Bij ons in de Jordaan (2000), Nynke (2001), De Passievrucht (2003), Simon (2004), Stellenbosch (2007), Zomerhitte (2008), Komt een vrouw bij de dokter (2009) en De Troon (2010). Ook is Jeroen Willems regelmatig in Duitstalige theaterproducties te zien. Bij de Münchner Kammerspielen speelde hij in Drei Farben: Rot naar de film van Krzysztof Kieslowski en in de regie van Johan Simons. En ook was hij te zien in Ludwig II, naar Visconti’s gelijknamige film en in de regie van Ivo van Hove. In april 2010 speelde Willems de hoofdrol in een uitvoering van Louis Andriessens opera La Commedia in de prestigieuze Carnegie Hall in New York. In 2010 ontving hij een Gouden Kalf voor ‘beste mannelijke bijrol’ voor zijn rol als Claus in Majesteit (2010).
Marleen Scholten (1978) studeerde in 2001 af aan de Toneelacademie Maastricht. Sinds 2001 is ze als actrice verbonden aan acteurscollectief Wunderbaum. Met dit collectief maakte zij meer dan 20 producties in de afgelopen 10 jaar. Het collectief won de Mary Dresselhuysprijs in 2006 en de Prosceniumprijs voor haar gehele oeuvre in 2010. Daarnaast vertolkte ze de titelrol van Camille Claudel bij Dirk Tanghe en speelde hoofdrollen bij Johan Simons, Paul Koek, Rob Ligthert, Koos Terpstra, Jules Terlingen, David Geysen, Leon van der Sanden, Joachim Robbrecht.
Marleen speelde de titelrol in de tv serie M'n dochter en ik. Verder was zij te zien in Flikken Maastricht, Koppels, Van Speijk, Ernstige Delicten, De Voetbalmonologen, Dr. Cheezy en Overspel. Ook speelde zij een rol in de speelfilm Nadine van Erik de Bruijn en in de film Maybe Sweden van Margien Rogaar. Vorig seizoen maakte zij samen met Veenfabriek/Touki Delphine het theaterconcert Songs at the end of the world.
Frans de Ruiter (1946) studeerde Muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht en klavecimbel aan het Conservatorium van de Vereniging Muzieklyceum Amsterdam. De Ruiter is hoogleraar kunsten en directeur van de Academie der Kunsten aan de Universiteit Leiden. Daarnaast is hij sinds 2008 voorzitter van de European House for Culture in Brussel en sinds 2009 President International Music Council bij UNESCO. Hij was betrokken als mede-oprichter en directielid bij vele muziekopleidingen in Nederland en België. Eerder was hij directeur van het Holland Festival (1978-1985), van het Koninklijk Conservatorium (1985-2006) en nog niet zo lang geleden voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool der Kunsten (1990-2010) in Den Haag. Hij is bestuurslid geweest van vele culturele fondsen, festivals en verenigingen, waaronder het Prins Bernard Fonds en de Nederlandse Bachvereniging en sinds 2007 ook bij de Veenfabriek. In 2010 werd De Ruiter onderscheiden met een Erekruis in de Huisorde van Oranje.
Pieter Smithuijsen is lid van het Asko|Schönberg en speelt regelmatig bij de symfonie- en kamerorkesten in de Randstad. Hij werkte met de dirigenten Boulez, Haitink, Tennsted, Solti en Sanderling en de componisten Ligeti, Stockhausen, Kagel en Andriessen. Ook heeft hij meegewerkt aan theaterproducties bij het RO-Theater, Onafhankelijk Toneel, het Nationaal Toneel en de Veenfabriek.
Sinds enkele jaren arrangeert hij (o.a. voor het Doelenkwartet) en componeert hij (o.a. voor de David Kweksilber Big Band). Hij behoort bij de prijswinnaars van de Calefax Compositiewedstrijd van december 2011.
Walter van Hauwe (1948) is blokfluitist en muziekpedagoog. In 1969 studeerde hij cum laude af aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag als uitvoerend musicus blokfluit. Sinds 1971 is hij als docent betrokken bij het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. Vanaf 2006 is hij Hoofd Onderwijsontwikkeling Klassiek aan het Conservatorium van Amsterdam.
Van Hauwe treedt op als solist, maar is ook mede-oprichter van de klassieke ensembles 'Quadro Hotteterre' (1969), samen met Kees Boeke, Wouter Möller en Bob van Asperen, 'Little Consort' (1979), met Kees Boeke en Toyohiko Satoh en van het experimentele blokfluitensemble 'Sour Cream' (met Frans Brüggen en Kees Boeke).
Van Hauwe is tevens een veel gevraagd ‘coach’ voor interpretatie en uitvoeringspraktijk op gebied van zowel het oude-, hedendaagse- als ook het klassieke en romantische repertoire. In 2002 werd aan Walter van Hauwe de prestigieuze Prins Bernard Cultuur Prijs Muziek uitgereikt voor zijn complete oeuvre.
Ton van der Meer (1956) is componist, geluidsontwerper en muzikant bij de Veenfabriek. Hij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Gedurende zijn loopbaan specialiseert hij zich in het bespelen van elektronische toetsinstrumenten en in het componeren / arrangeren / bewerken met behulp van de computer.
Hij werkte aan tal van producties van de Veenfabriek, waaronder Voet (2005), Ghostbusters #1 (met Touki Delphine), Smekelingen (2006), Sjaan, geen Jeanet (2006), Haar leven, Haar doden (2007), Licht is de Machine (2008), Kasimir en Karoline (2009 en 2010), De City (2009), Platteland als Podium/Machine Agricole (2010) en BANG (2011). Van der Meer maakt ook deel uit van TRACK en het Sireneorkest en geeft les op het gebied van muziektheater aan studenten van diverse opleidingen (o.a. T.I.M.E. This Is Music-theatre Education).
Theun Mosk (1980) is een van de meest toonaangevende vormgevers, lichtontwerpers en theatermakers van deze tijd. Hij studeerde af aan de Theaterschool in Amsterdam (opleiding theatermaker, techniek en theater), volgde een studiejaar aan de Gerrit Rietveld Academie (theatervormgeving) en nam deel aan workshops van Robert Wilson in het Watermill Center in New York. Hij ontving in 2007 de Charlotte Köhler Prijs en was een van de geselecteerde Nederlandse ontwerpers voor de Praag Quadriënnale (2007 en 2011). Hij werkte o.a. samen met Paul Koek, Robert Wilson, Boukje Schweigman, Jetse Batelaan , Piet Paris en Marcus Azzini. Meer info op
www.theunmosk.nl
John van Oostrum (1979) volgde in 1997 het Sound Seminar in Rotterdam en zette zijn studie verder aan de interfaculteit Beeld en Geluid van het Koninklijk Conservatorium en de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij speelde gitaar in de popgroep Kopna Kopna en nam deel aan tal van muzikale en theatrale projecten van o.a. ZT Hollandia, Gasthuis en Sonic Acts Paradiso.
Met Touki Delphine, de muziektheatergroep die hij samen met Bo Koek en Rik Elstgeest in 2004 oprichtte, maakte hij verschillende voorstellingen. Onlangs maakte Touki Delphine in coproductie met De Warme Winkel en Nieuw West de voorstelling Kokoschka Live! (2010 en reprise 2011) in de regie van Paul Koek. Kokoschka Live! werd geselecteerd voor het Vlaams Theaterfestival 2010. Touki Delphine werkte vervolgens aan de coproductie met Wunderbaum Songs at the end of the World (2011). Hij is sinds de oprichting in 2005 aan de Veenfabriek verbonden, waar hij eerder dit seizoen in BANG (2011) speelde. Naast de muziektheaterprojecten is hij ook actief als beeldend kunstenaar, decorontwerper en ontwerper van geluidsinstallaties.
Dorothee Curio is geboren in Berlijn en studeerde kostuum- en decorontwerp aan de Berlijnse kunstacademie (Hochschule der Künste Berlin) en aan de University of Art and Design in Helsinki. Van 1998 tot 2000 werkte ze als assistent decorontwerper bij het Deutches Schauspielhaus in Hamburg en voor het Salzburger Festspiele. Sinds 2000 werkt ze als freelance decor- en kostuumontwerper voor toneelgezelschappen en theaters in Duitsland, Frankrijk, België en Nederland. Dorothee werkte samen met verschillende regisseurs, waaronder Anna Viebrock (Die Nacht) en Johan Simons (Hiob; Drei Farben Blau, Weiß, Rot; Underground oder Die Kontrakte des Kaufmanns; Winterreise). Met Paul Koek werkte ze eerder samen bij Candide, Medea en 3 Schwestern.