Track is een improvisatie-ensemble binnen de Veenfabriek en bestaat uit Rik Elstgeest (slagwerk, elektronica en gitaar), Bo Koek (slagwerk), Paul Koek (slagwerk), Hans van der Meer (slagwerk) en Ton van der Meer (toetsen en elektronica). De muzikanten zijn naast Track actief in diverse popbands en formaties voor geïmproviseerde en hedendaagse gecomponeerde muziek, waaronder het MAE ensemble, de Ebony Band, Ghost Trucker, Alamo Race Track en het in 2005 ter ziele gegane Kopna Kopna. In april 2008 verscheen de cd Dichter bij Track, een registratie van een reeks swingende, poëtische optredens van dichters die Track uitnodigden te improviseren. Naast de Dichter bij Track optredens speelt Track ook als zelfstandig ensemble (Parade 2006/7, Holland Festival 2007, Opening Schauspielhaus Bochum 2010).
André Amaro
De Portugese Amaro is naast kunstenaar, fotograaf, zeefdrukker, uitgever, festivalorganisator, ontwerper, muzikant, podiumprogrammeur, galeriehouder vooral bekend als kok. Hij is het brein achter Het Stroomhuis in Eindhoven, een onafhankelijke broedplaats voor de kunsten. Tevens richtte hij de organisatie Koks Zonder Grenzen op, een humanitair project die keukens installeert in rampgebieden en zich inzet voor de onderlaag van de samenleving. Zo heeft hij de eerste keukens opgestart in de binnenstad van New Orleans voor de slachtoffers van de orkaan Katrina, kookt hij jaarlijks voor de daklozen van Brooklyn, organiseert al jaren een kerstdiner voor de daklozen van Eindhoven en veel meer soortgelijke activiteiten. Als kok en culinair brein achter het Mobiel Culinair Offensief heeft hij de halve wereld afgereisd met culinaire projecten. Workshops, radio- en televisieprogramma's, culinaire nachten, proeverijen, festivals, theater- en filmproducties. Met zijn mobiel restaurant kookt hij op o.a. De Parade, North Sea Jazz festival, Oerol, Lowlands etc. In de winter zakt deze culinair avonturier af naar het zuiden om aldaar zijn eigen olijven te plukken en daar olie van te persen , wijn te maken bij z'n familie in Portugal, calvados stoken, hammen roken. De opbrengsten van deze culinaire tochten zijn te proeven in zijn diners door het land. Op zijn website is een deel van de avonturen te zien. (www.amaro.nl)
Jeroen Willems over Monteverdi’s Orfeo
Steeds vaker waag ik mij op het pad van de muziek en wel de zang in het bijzonder. Al van kinds af aan wist ik dat ik wilde zingen, heb serieus overwogen naar het conservatorium te gaan, durfde niet, was misschien nog niet toe aan ‘klassieke muziek’ en raakte ook gefascineerd door toneelspelen en het woord, en koos uiteindelijk voor een opleiding tot acteur. Gedurende 17 jaar speelde ik in voorstellingen van Johan Simons en Paul Koek van Theatergroep Hollandia, waar muziek en muzikaliteit altijd een heel belangrijk uitgangspunt waren. Drie en een half jaar geleden zong ik enkele aria’s in de opera Inanna van Louis Andriessen. Vlak daarna, in 2003, in Sentimenti op de Ruhr Triennale, zong ik een deel uit Verdi’s afscheids-aria: Addio del Passato. En nadat ik me op mijn veertigste (met Rob Ligthert bij Toneelgroep Oostpool) durfde te storten in een Brel-theaterconcert met zelfs een heuse cd, heb ik nu het ambitieuze plan opgevat mij te wagen aan Monteverdi.
Al jaren lonk ik in mijn fantasie naar de eenvoud van zijn prachtige, eerlijke muziek waaronder enkele aria’s uit een van zijn mooiste opera’s: de Orfeo. Ik heb inmiddels twee maal Monteverdi duetten gezongen in theatervoorstellingen (Bloeddorst en Val van de Goden) en dat heeft mijn liefde niet bekoeld.
Het Orpheus-verhaal is in theater, literatuur en muziek een veel voorkomend thema, en wat mij betreft een van de mooiste ooit waarin het verlangen en verdriet over een verloren liefde wordt bezongen. De wens zijn gestorven geliefde uit het dodenrijk terug te kunnen halen, de kans daartoe geboden krijgen, het verbod naar haar te kijken en het onbedwingbare verlangen de geliefde te zien voordat de tocht terug naar het leven voltooid is, en dan opnieuw de pijn van het afscheid te moeten doorstaan. Dit alles is altijd weer hartverscheurend.
En dan is er het improvisatie ensemble Track. Nadat ik hen samen met de Amerikaanse celliste Frances-Marie Uitti zag optreden in het Theaterfestival van Avignon, en niet voor de eerste keer werd gegrepen door hun improviserende hedendaagse geluid, hun swing en niet in de laatste plaats de schoonheid van hun concentratie, wist ik dat ik daar ook eens tussen wilde staan. Eerder begeleidde toetsenist William Bakker (Hollandia) onze Monteverdi madrigalen in Bloeddorst en speelde ik met Paul Koek, Ton van der Meer (Track) en Frances-Marie Uitti samen bij Val van de Goden. En al lijkt de combinatie van Monteverdi en een slagwerkgroep niet de meest voor de hand liggende, met Track kan het zeker.
Vertrekkend vanuit het Orpheus thema, met enkele delen uit de gelijknamige opera van Monteverdi in combinatie met enkele liefdes- en oorlogsmadrigalen, proberen we in de hedendaagse muziek terecht te komen en misschien zelfs de weg terug nog te bewandelen. Ook zal ik verschillende Orpheus interpretaties uit de literatuur en de poëzie laten horen, waaronder die van Ovidius. De breekbaarheid van Monteverdi’s klanken blijven voor mij vertrekpunt. De prachtige dissonanten die hij, toen al, schreef en de geweldig mooie melodieën die vaak door hun echo met elkaar in dialoog lijken, komen veel aan bod. Moge mijn stem mee klinken en in tijden van nood overstemd worden door de zachte klappen van het slagwerk.
Cultureel Persbureau, september 2009
Monteverdi meets Radiohead
“Lange tafels staan in Scheltema, het Leidse restaurant dat voor de helft ook van de Veenfabriek is. Het is het domein van Paul Koek, Touki Delphine en Track. Slagwerk, theater en nieuwe muziek van pop tot gewaagd experimenteel. Langs de lange wand de veldkeuken van Amaro en de hele bliksemse slagwerk-, sampler- en zingende gasbuis-bende voor het programma dat simpel 'Orfeo, naar Monteverdi' heet. En dat dus zulke prachtige, humorvolle en vooral ook opzwepende bewerkingen van Monteverdi's oeropera bevat dat de tranen van ontroering zelfs over de wangen van de meest stugge toeschouwers rollen. Monteverdi meets Radiohead, was de gedachte bij het tweede nummer, toen Jeroen Willems zijn stem van kil naar warm liet glijden en de muziek hypnotiserend begon te pulseren. Zelden zo'n zindering in een zaal gevoeld”.